Gemeente Rotterdam en Woningcorporatie Woonbron hadden de zaak aangespannen om eerder gesloten vakken weer vrij te krijgen. Bewoners hadden de vakken na sluiting bezet, omdat er geen plekken meer vrij waren op het woonwagencentrum.
Ze hadden de vier leegstaande standplaatsen ‘bezet’ om een plek voor hun kinderen op te eisen.
De gemeente Rotterdam voert – net als veel andere gemeenten – al jaren een ‘uitsterfbeleid’; leegstaande standplaatsen mochten niet meer worden opgevuld. Dat beleid werd verworpen door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, dat oordeelde dat het Nederlandse beleid in strijd is met het recht op gelijke behandeling.
De Nederlandse minister Ollongren paste daarom in 2018 het woonwagenbeleid aan. Op verschillende plekken in het land eiste woonwagenbewoners vervolgens leegstaande plekken op en werd actie gevoerd, ook op De Kievit. Misbruik
De rechter heeft nu bepaald dat de gemeente Rotterdam niet tot ontruiming had mogen beslissen, omdat het nieuwe beleid van de minister toen al was aangekondigd.
“De woonwagenbewoners hebben zwaarwegende belangen bij het blijven op de standplaatsen,” zegt de rechtbank. “Zij hebben de standplaatsen netjes ingenomen en zij zijn mensen die waarschijnlijk, als de gemeente het beleid zou aanpassen, in aanmerking zouden komen voor een standplaats. In die situatie maakt de gemeente misbruik van haar recht door nu ontruiming te eisen.”
Mogelijk heeft de uitspraak van de Rotterdamse rechter ook gevolgen voor andere woonwagenkampen in Nederland.
Bron: Rijnmond